5x zo koelen wilde dieren af in de warmte
Nieuws
De zomer is inmiddels in volle gang en het kwik blijft stijgen. Misschien blijf jij lekker binnen als het te heet wordt, of neem je een frisse duik om af te koelen. Maar hoe doen wilde dieren dat eigenlijk? Hier zijn vijf dieren met bijzondere afkoelmethodes.
Nijlpaarden
Nijlpaarden hebben geen zweetklieren, maar toch zie je soms een natte glans op hun lichaam zitten. Wanneer de dieren zich buiten het water bevinden scheiden ze namelijk een soort zuur uit. In het Engels heet dit ‘hipposudoric acid’, en het biedt de nijlpaarden afkoeling én zonnebescherming. Vanwege de roze kleur van de vloeistof, dachten Europeanen vroeger dat nijlpaarden bloed uitzweten.
Saiga’s
Deze bijzondere antilopen hebben veel baat bij hun lange, slurfachtige neus. De dieren hebben een blaas in hun neusgaten die de lucht kan verkoelen in de zomer, en zo het dier laat afkoelen. In de winter wordt de koude lucht juist opgewarmd. Omdat de saiga’s in de steppen van Centraal-Azië leven, kan de blaas in hun neus ook zand en stof filteren. Multifunctioneel dus!
Kalkoengieren
Don’t try this at home: deze gieren poepen bij warme temperaturen over hun voeten heen. De vloeibare ontlasting heeft voor de vogels een afkoelende werking; een beetje zoals zweten bij een mens. Kalkoengieren leven verspreid over beide Amerikaanse continenten, dus in veel gebieden is afkoelen hard nodig. De poep van kalkoengieren heeft bovendien een antibacteriële werking.
Bergduivels
De bergduivel leeft in de bloedhete woestijnen van Australië; veel te heet voor de meeste hagedissen! Gelukkig heeft de bergduivel een unieke manier om af te koelen: hun huid is in staat om water naar hun mond te brengen. De dieren kunnen dus drinken door hun staart in een plas water te dopen, of met hun poot een dauwdruppel aan te raken.
Kangoeroes
Misschien heb je het wel eens gehoord: als je je onderarmen nat maakt, koel je sneller af. Dit werkt niet alleen bij mensen; kangoeroes kennen deze truc ook! Als de buideldieren het warm hebben, likken ze aan hun onderarmen. Het speeksel verdampt in de hitte en op deze manier koelen ze vanzelf af. Hiernaast kunnen ze hijgen, of zoeken ze een lekker plekje in de schaduw.