Onderzoek: ook ontwikkelingsbanken investeren in veehouderij
Nieuws
Een duurzame, leefbare wereld en de intensieve veehouderij gaat niet samen. Maar uit ons nieuwste onderzoek blijkt dat banken zoals de Wereldbank en de Europese Investeringsbank veel geld in de veehouderij investeren, hoewel ze zich verbonden hebben aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
Wereldwijd lijden er ruim 50 miljard dieren per jaar onder de verschrikkelijke leefomstandigheden in de industriële veehouderij. Varkens, koeien en kippen leven in zeer kleine hokken of kooien, zonder ruimte voor natuurlijk gedrag, ontspannen interactie met soortgenoten en vaak zelfs daglicht of frisse lucht. En ook op andere gebieden is de industriële veehouderij op z’n minst schadelijk te noemen: het draagt bij aan klimaatverandering, ontbossing, milieuvervuiling, verlies van biodiversiteit en leefgebied van wilde dieren… de lijst is eindeloos.
Een betere wereld
Je zou denken dat nu we dit allemaal weten, het einde van de industriële veehouderij in zicht is. Helaas is het tegenovergestelde waar. Banken investeren nog steeds massaal in bedrijven en projecten in de vlees- en zuivelsector. Zélfs ontwikkelingsbanken doen daaraan mee, blijkt uit ons nieuwste onderzoek. En dat is extra kwalijk.
Ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank en de Europese Investeringsbank geven financiële steun aan bedrijven en projecten in ontwikkelingslanden, om de economie te bevorderen en armoede tegen te gaan. Ze hebben afspraken gemaakt met de Verenigde Naties om met behulp van zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen ‘de wereld een betere plek te maken in 2030’. In een notendop: klimaatverandering, armoede en honger tegengaan en sociale voorzieningen verbeteren.
Maar investeringen in de industriële veehouderij maken deze doelen onhaalbaar. Alleen al de broeikasgasuitstoot van deze industrie zorgt ervoor dat we niet binnen de 1,5 tot 2 graden klimaatverandering kunnen blijven. Met deze investeringen druisen de banken dus in tegen de afspraken die met de VN zijn gemaakt. Zo raken we steeds verder verwijderd van een betere wereld. Er verandert niets aan het lot van al die miljarden dieren in de veehouderij, maar de industrie blijft juist groeien.
Tijd voor verandering
Dit onderzoek staat niet op zichzelf. Onlangs stopte IFC – een onderdeel van de Wereldbank – maar liefst 200 miljoen dollar in de vee-industrie via een lening aan Louis Dreyfus Company, een van de grootste landbouwbedrijven ter wereld. Het geld gaat naar mais en soja, wat voor het overgrote deel eindigt als voer voor veedieren. En dat allemaal met publiek geld, Nederlands geld, want ook Nederland is lid van de Wereldbank.
Wij roepen de banken op om andere keuzes te maken. Want die keuzes kunnen grote gevolgen hebben! Banken kunnen bijvoorbeeld eisen om acceptabele dierenwelzijnsstandaarden in hun beleid op te nemen. Of ze kunnen ervoor kiezen alleen nog maar in duurzame doeleinden te investeren zoals duurzame landbouw en plantaardige eiwitten. Op die manier komen ze tegemoet aan de duurzame ontwikkelingsdoelen én veranderen ze het leven van vele dieren. Dus… waar wachten ze eigenlijk nog op? Tijd voor verandering!
Help jij mee?
Ook Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen investeren in de veehouderij. Pensioenfonds ABP, het grootste pensioenfonds van Europa, stopt misschien zelfs wel jouw pensioengeld in deze industrie! Daarom zijn we een campagne gestart. En jij kunt meedoen. De dieren hebben je nodig!